Het beleefde lichaam: van de rekenende Arbeid naar het Wezen van Arbeid
Het is verrassend dat ideologische pamfletten over arbeid met apocalyptische sociale beschouwingen als wetenschap werden en worden gedoceerd. Ik denk hierbij aan de marxistische en de links intellectueel progressief georiënteerde denkers. Dat hierbij nog archaïsche begrippen van een vermeend oersymbool van de arbeider als homo labor , de zwoegende, lijdende en strijdende arbeidende mens wordt gehanteerd staat haaks op de postseculiere beschavingscultuur in wording. De vermeende noodzakelijkheid om een mechanische arbeid als maatstaf te hanteren en hun werktuigelijk denken illustreert het niet meer doordacht denken over arbeid. De Mens wordt hier vernederd met een vermeend oersymbool van de arbeid. Door arbeid als noodzakelijk te beschouwen wordt ze ontrokken aan de vrijheid van handelen. D e mens is op aarde geworpen als een onbenullig arbeidend radertje om in een grote tredmolen mee te draaien. In dit rekenend denken over arbeid wordt de waardigheid van de arbeider/mens
beroofd . Waarbij de prijs/waarde van arbeid zelden convergeert met de arbeidsbevrediging. De arbeid in een louter mechanische perceptie plaatsen hoort niet meer thuis in de dynamische 21ste eeuw. In de actuele interpretatie van arbeid is er een zijnsvergetelheid waar we de ontologische differentie niet meer zien tussen het ontische, waar arbeid een technisch kneedbaar instrument is dat beheersbaar is en waarover macht kan/moet uitgeoefend worden versus het Wezen van arbeid.
Het Wezen van arbeid is niet haar retentie in het denken van het proletarisch leger, massa arbeid maar in haar potentie of haar mogelijkheid. Het begrip arbeid is gaan behoren tot het machtsdomein waardoor het begrippenpaar arbeid, het sacrale, zij die behoren tot het Systeem, en niet-arbeid, de uitgeslotene, heeft geleid tot een draconisch politiek mismanagement van medelijden, waarbij arbeid uit haar wezenheid politiek beheerst en beheerd wordt. Immers alle belangrijke begrippen worden in de moderne staatshuishouding geseculariseerde theologische begrippen. Dit betekent dat arbeid ook mee is opgenomen in de machtsfeer van de politieke consumptie. Denk oa aan hoe meer gepresteerde arbeidsuren hoe meer belastingsinkomsten. Het politiek doelgericht karakter van arbeid ontvreemdt de mens van de wezen van arbeid. Het sacrale politieke karakter van het begrip arbeid moet teruggebracht worden naar een profane wezen van arbeid en bevrijdt van haar specifieke doelgerichtheid. De machtsverhouding over arbeid moet bevrijdt worden, het moet geprofaneerd worden. – Arbeid is een verwerkelijking, een potentie, waar de beleefde tijd domineert dwz een natuurlijke ontplooiing ipv iets effectief te moeten realiseren .
Door de stijgende productiviteit, de toenemende digitalisering, de kunstmatige intelligentie en de robottechnologie daalt de behoefte aan technische arbeid zeer snel. De begrippen Homo Labor, de arbeider, de zoektocht naar of politieke creatie van banen, de volledige tewerkstelling gedachten en verhoging van pensioen leeftijden zijn voorbijgestreefd. In de nieuwe economie is de arbeid contingent en de rol van de fysieke productiefactor arbeid krimpt, doch hierdoor komt er een gigantische potentie vrij, die niet moeten gereduceerd worden tot onnuttige absurde arbeid zoals Sisphys straf om de steen steeds terug naar de top van de berg te duwen en deze nadien te laten afrollen.
De vraag is dan niet meer hoe zetten we die potentie om in technische arbeid, maar hoe definiëren we het Wezen van arbeid in de nieuwe context. We zijn genoodzaakt arbeid te her-denken. De menselijke potentie moet niet meer gevalideerd worden via de mechanische Homo Labor of de Homo Faber, het nuttig werken, maar als een Homo Activa, een actief participerend leven. We moeten ons terug verwonderen over de voorhanden zijnden van arbeid en arbeid als technisch instrument af-danken om arbeid terug naar zijn eigen proportie te brengen .
Zoals eind 19e/begin 20st eeuw door kritische ontische reflectie ter linkerzijde de arbeid uit de duisternis werd getild om deze rekenend in een gemechaniseerde wereld een plaats te geven , zo moeten we nu vanuit een ontologische reflectie zoeken naar het Wezen , het gebeuren, het heersen van arbeid en hoe deze te ontbergen in de post-seculiere 21st eeuw. Deze exercise zal moeten geschieden vanuit een dankend denken waaruit creatieve en kritische oordelen ontstaan die niet leiden tot een eenheidsdenkende en absolute gelijkheid maar tot een verscheidenheid en pluraliteit. Het Wesen van de mens is niet de arbeid maar het dankend gedenken
Hierbij zullen we het ontisch begrip arbeid af-danken om mens-zijn te ek-sisteren m.a.w. In-der-Welt-sein . Het Wezen van arbeid zal enkel convergeren met het het Wezen van Mens-zijn in een ontbergend, lichtend participerend actief leven.