Een Utopische Burgelijke Prélude
De Burger en zijn Economische rechten
Een nuance op art.23 van de Belgische Grondwet
Art. § 1.
Elke burger heeft recht op gelijke verzadiging.
Art. § 2.
De burgers behangen de elite en de criminelen met goud en zilver teneinde afkeer te kweken van het overbodige luxe .
Art. § 3.
Ieder heeft recht op Zijnsvergetelheid en maakbare Tijd.
Art. § 4.
Ieder heeft het recht te blijven Mensen.
Dit recht omvat inzonderheid : het recht op geld en op de vrije keuze van geldvorm in het raam van een algemeen geldbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijke materiële verzadiging ;
Art. 23.Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.
Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.
Die rechten omvatten inzonderheid :
1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen;
2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand;
3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing;
6° het recht op gezinsbijslagen.]