La valise d’une grande femme
Ik zou graag in je valies willen mee reizen, een reistas die vele jaren in de hoek heeft gestaan.
Ik zou willen zien hoe je inpakt, uitpakt, bezorgt en vrolijk bent. Hoe je lacht en hoe je ernstig bent.
Jouw taligheid ontmoeten, jouw ontberging beschouwen, jouw geworpenheid bevatten.
Ik zou je willen ontmoeten ’s morgens voor de spiegel in je blootje, hoe je uw tanden poetst, je haren kamt, het druppeltje parfum op uw borst. Uw navelstreng en de mooie zwarte haartjes op de plek die zo zoet is.
Hoe je vergeefs zoekt naar het donker blauwe slipje, je spannende broek aantrekt en hoe je gaat over de trappen.
Hoe je uw schoenen vindt, je tas, je jas. Je nog even nipt aan een koffie. De boodschappenlijst meeneemt en vertrekt.
Och welke verhalen zitten in je tas, de keuze ervan, haar inhoud, haar geur, de afstand die zij bereisde met de vele verhalen.
En dan jouw jas door weer en wind binnen en buitenzijde.
De zorgen van de morgen vaarwel zegt met het sluiten van de voordeur.
Hoe je naar je werk wandelt, fietst, rijdt. Flaneert met uw heupen , wapperende haren, koude wangen, rode zoete lippen. De ontmoetingen onderweg tussen thuis en het kantoor.
Starend naar de toekomst, met de omhelzing van het verleden.
De onverwachte ontmoeting, de vreemde zinnen, het explosieve, de tintelingen in je buik, het dwarrelen in jouw hersenen ,het onderdrukken wat nu ineens zou mogen lichten na die vele jaren.
Och ik zou je willen zien thuis komen,
Omarmd door de dag
De nacht toekijkend, hoe je tussen de lakens genegenheid zoekt, de dag verliest.
Hoe je de valies na zoveel jaren met warmte en genegenheid neerzet, afkuist, opbergt, terugneemt, inpakt , uitpakt, verzorgt en uiteindelijk vergeet.