Tijdige economisch tijd als ruimte
Met de geboorte wordt er tijd geschonken tot en met het lot van de dood.
De voortschrijdende beleefde tijd van het nu, laat steeds een groter gedeelte van de verbruikte tijd achter zich en consumeert de resttijd.
De alzo verloren tijd kan echter een hervonden tijd worden door de herinnering, een zintuigelijke of emotionele prikkeling waardoor ze een boventijdelijke waarde verwerft.
Merkwaardig dat de economie zich enkel focust op de inkrimpende resttijd om deze dan te waarderen in de voortschrijdende beleefde tijd en geen notie heeft van de hervonden tijd, die zich ook manifesteert in dezelfde beleefde tijd van het nu.
Deze boventijdelijke waarden zijn lineaire inbeeldingen de ene vanuit de onbewuste herinnering van het verleden, de andere vanuit de bewuste verwachting van het toekomende. Beide waarderingen zijn aan elkaar gekoppeld de herinnering aan de protentie, door vooruit te grijpen op wat de herinnering zal ontvouwen. De verwachting is gekoppeld aan de retentie, door terug te grijpen op wat al voorbij is, als grondvoorwaarde van het verwachte existentiële nu.
Dit vereist van een volwaardige economische ervaring dat beide inbeeldingen geïntegreerd zijn. Het pre-maturaal economisch denken dat deze intentionaliteit niet kent verwaarloost daarbij dat tijd, met haar vroeger en later, een variatie is op ervoor en erna en dus een ruimtelijk begrip is.
Met de geboorte wordt er ruimte geschonken tot en met het lot van de dood.