Een post-soeverein & post-identitair tijdperk ?
Een kritische reflectie over het gewenste post-soevereine & post-identitaire tijdperk van de links radicalen.
De post-soevereine politiek nl. de fase waarbij de burger zijn soevereiniteit ontkent, is een brug te ver niettegenstaande de Staat reeds het merendeel van onze soevereiniteit heeft opgeslorpt door haar wettendrift en haar ontembare geldhonger onder vorm van alle soorten belastingen. Voor dit laatste zijn immers de meeste uitlopende aandoeningen relevant van de ecologische voetprint, het klimaat tot de vermeende gezondheid. De post-soevereine fase is door deze beslagname de facto aanwezig zeker gegeven dat de Staat nog de absolutie soevereiniteit heeft over geweld. Een geweld dat ze ongelimiteerd kan inzetten fysiek, psychologisch, juridisch en alle andere wegen die dit maar kunnen ondersteunen. Het is correct dat er een inter-relationele noodzakelijkheid bestaat om te kunnen leven doch dit mag niet de reden zijn om de individuele soevereiniteit op te heffen. De ongevraagde geworpenheid van de mens met zijn specifieke bevindelijkheid zijn onweerlegbare exogene factoren doch dit worden is initieel soeverein in de betekenis van een “ik” dat kan evolueren tot een “Zijnde” in reflectie tot zijn zijn. De relationele noodzakelijk is feit doch het Mens zijn ontstaat pas vanuit je soevereiniteit die licht voor de anderen en niet wanneer de anderen jou stuurman worden voor je eigen duisternis. Het is niet in je lafheid waarbij je stelt dat je pas in het gelaat van de andere mens wordt maar door jou eigen zijn te ontbergen licht je een menselijkheid en een Mens.
Pleiten voor een post-soevereine politiek is voor zwakkelingen die zich willen verschansen achter het grote Idee van het monster Léviathan “de Staat” om hun zwakte en gebrek aan menselijkheid te camoufleren.
De post-identitaire fase stelt zich eigenlijk niet wanneer de zijnden niet vanuit de wat-vraag maar vanuit de wie-vraag worden benaderd. De gedragingen en attitudes zijn mens en Mens gerelateerd en niet bi-polair vrouwelijk versus mannelijk. Uiteraard stelt er zich een probleem met de taligheid waar woorden worden geclassificeerd volgens vrouwelijke versus mannelijke eigenschappen. Het is niet vanuit deze gespleten taligheid en de hegemonie van het bi-polair denken dat bepalend zou zijn dat een wie-vraag niet ten gronde kan gesteld worden. De grond van het wie is de confrontatie met de geboorte en de dood. Als we het leven in een continue geboorte interpreteren is er continue hoop maar is het leven herleid tot een stroom van de eerste geworpene wat tot onbezonnenheid en lafheid leidt daar de beschaming van gisteren gewist wordt in de nieuwe morgenstond. Het leven interpreteren als een toekomende dood zal enerzijds de kwetsbaarheid van onze existentie laten lichten maar anderzijds de zinloosheid van het bestaan oproepen geboren te zijn om te sterven. Het toegeven aan deze zinloosheid door uit het leven te stappen mentaal , zijnde de post-soeverein, of fysiek, zijnde de zelfmoord, is juist een toegeven aan de abusievelijk zinloosheid. Het bi-polair denken lost zich op in de wie vraag naar het Mens zijn als een balans tussen geboorte en dood en de ontluiking van de kwetsbaarheid van Mens zijn door te lichten.
We hebben geen nood aan een vernieuwde proletarische klassenstrijd in een Leninistische perspectief. Elk revolutionair geweld draagt de kiem van de donkere zinloosheid en de angst om te mensen, om te Over-Mensen. Het Over-Mensen vereist dat het zijn van je soeverein zijnde ontbergt en niet beangstigd is voor de kwetsbaarheid van de existentie.
Noch het grote Idee, Noch het metafysische begrip Staat , Noch de Revolutie zullen bepalend zijn maar het soevereine individu dat niet schuwt om te lichten.