De infantiele economisten

De infantiele economisten

Economisten houden zich ijver bezig het utilitaire, de nuttigheid of de laagste vorm van het menselijkheid zijnde. Zij zien hun economische wereld verwerkelijkt door de Homo Economicus die door middel van zijn mechanische rationaliteit het conflict tussen de vele economische doeleinden en de schaarse middelen weet op te lossen. Het zijn de zwakkelingen die hun handelen afstemmen op het nut of laten afstemmen op het algemeen belang. Deze Homo Economicus noemen we ook een Homo Brutum Bestaile[1] die zoekt naar maximale verzadiging tegen de minste inspanningen. De economisten zien het leven als een permanente noodsituatie met oneindige quasi onbevredigbare behoeftes en opdrogende schaarse middelen. Als semi-humane wetenschap verlagen zij hun discipline tot een wetenschap van het meten van de maat van de dingen. Wat niet tot het getal van de nuttigheid kan herleid worden is een existentieel niets. De economische actor bestaat zover deze kan herleid worden tot Het Getal, waarbij dit getal de maat van nuttigheid uitdrukt, zonder dat hierbij het nut of het onnut van de nuttigheid is doordacht.

[1] Cfr Nietzche, zie Safranski ter studie pag 370-

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *