Logos Spermatikos
Wie omarmt nog de cultuur en de economie van het patriarchaat of het fallocentrisme met dixit Schopenhauer een maatschappij die gedragen wordt door de wezenlijk wil van de man om zich voort te planten [1]? Een stelling verdedigt door de linkse feministe Luce Irigaray. Het is deze mannelijk wil van voortplanting die zowel natuurlijke kinderen als imaginaire kinderen voortbrengt. De imaginaire kinderen verwekt in de vorm van filosofie en religie.[2] Door deze imaginaire kinderen hebben de mannen het leven vervangen door woorden zonder voor een noodzakelijke verbinding tussen beide te zorgen.[3] De mannelijke passie is het werk van hun wil, ingeschreven in het mannelijke zaad. De waarheid van het sperma vormt dan de basis van zulke patriarchale economie. Een homo oecomicus gestuwd door de logos spermatikos die een fallocratische economie creëert gebaseerd op het Ene nl de fallus.
Irigaray neemt hier als receptor een stevig standpunt in omtrent de waarheid van het sperma en stelt ‘The possibility of our social life, of our culture, depends upon a hom(m)o-sexual monopoly [4]. Gegeven deze monopolistische situatie waar vrouw zijn duidt op niet-man zijn worden vrouwen geïdentificeerd in functie van hun gebruikswaarde (dwz hun natuurlijke eigenschappen) versus hun ruilwaarde (nl de locale cultureel bepaalde eigenschappen). Met deze economische stelling van een filosofe raakt wel ieder het spoor helemaal bijster. Irigaray wilt ons overtuigen ‘They system creates three types of women : the mother, who is all use value; the virgin, who is all exchange value; and the prostitute, who embodies both use and exchange value[5].
Is de logos spermatikos zo een maatschappelijk dwaalspoor of is Irigaray’s economische kennis zo belabberd ?
Irigaray’s denken geeft mijn inziens duidelijk een signaal van persoonlijke negatieve ervaringen tov het masculiene, de fallocraten, een verleden dat blijkbaar haar steeds sneller en sneller toekomt en doorgewerkt is in haar academische papers. Niettegenstaande roepen haar schokkende standpunten een Halt en een reflectie t.o.v. de economische waarde theorie. Vooreerst moeten we stellen dat de marxistsische waardeleer zich beperkt tot de kleine economie gestuwd door de minimetisch begeerte. Anderzijds geeft Iragaray’s verwarde marxistische waardetheorie een appel aan de academische economisten. Daarom is significant dat een linkse feministische filosofe in deze drie hoedanigheden even de verdwaalde economisten er attent op maakt dat je ver kunt geraken met abusievelijke economische assumpties of het nu de falloctratische waardetheorie van Marx , het Keynianisme of het monetarisme betreft.
Deze economisten teren reeds decennia’s op het economisch Niets en begrippen over arbeid, tijd en ruimte uit de 18-19de eeuw .Begrippen die idola fori [i] zijn geworden en ontologisch niet bevraagd zijn. Het wezen van arbeid, tijd en ruimte zijn nog niet ontbergt. Daarnaast kuieren de economisten nog rond hun metafysisch oerbeeld van de homogene fallocratische Homo Economicus. Het ontmaskeren van deze masculiene taal en dito economie en cultuur zijn een noodzaak voor het opentrekken van een binair denken, zonder dat deze identificatie een muur vormt tussen deze beide zijnden Irigaray’s differentie denken ontleent aan Heidegger heeft ze vertaald in een sexuele differentie van parlez-femme versus parlez-homme en draagt zeker grond tot kritische evaluatie hieromtrent . Het was mijn inziens wel relevanter geweest om pensez femme et pensez homme te stellen. Irigararay’s visie staat haaks op de post-identitaire fase van Judith Buthler waar de differentie en de waardetheorie zijn opgeheven.
Het is hier geen oproep tot parlez economie maar een pensez economie met een kritisch appel om het decadente met alzheimer overgoten economisch lichaam van gelijke verzadiging en de Logos Spermatikos van ons af te schudden. Het verlaten van de verstikkende patriarchale homogeniteit met haar gelijkheidsdenken dat een kannibaliserende werking heeft en een geestelijke aftakeling vervallen in het verleden tegenwoordigend wachten.
Het socio-cultureel en economisch denken moet de heterogene wereld van economisch overvloed erkennen met de ontologische anarchistische soeverein , die het denken wilt doordenken in een entropie van het immanente.
[1] Schopenhauer cfr L.I.
[2] Luce Irigary, Tussen Oost en West,Ten Have,2009, p.57-60
[3] note 2 p.83
[4] Luce Igirgary, This sex which in not one, Feltrinelli Chapter Eight Women on the market, 1978 p.170-
[5] Note 2,p.183-185
[i] Francis Bacon, Novum Organum, 1620; dwalingen als resultaat van de inhoudelijke differentie tussen de dagdagelijkse taal en de effectieve betekenis van woorden.