Vertellen
Zal ik eens
iets vertellen, stamelde de doofstomme
iets laten zien, dichte de blinde
veel geven, offreerde de bedelaar
mijn water delen, bood de uitgemergelde aan
zingen mommelde de rebel heel stil.
Laten we even
hardlopen riep de kreupele
denken nodigde de verminkte
dansen bood de lamme aan.
Oh …… de ijdele Massa huilde hen toe,
Heb jullie nog niet ervaren
dat we lijden om zoveel te horen en te moeten spreken
dat we te veel zien declameerde de vrouw in overvloed, met haar arendsoog waardoor haar niets ontging
hoe rampzalig onze overdadige rijkdom is huilden de eeuwige dieven in eerlijke materialen
het drama van de stortvloed van onbegrensd voedsel en water.
Hand in hand nam
de doofstomme, de welsprekende mee in de biechtstoel van het ledige
de blinde man, de vrouw met de arendsogen mee naar de rotsen van innerlijke ellende
de bedelaar, de geperverteerde kapitalist mee in de refter van de eenvoud
de uitgemergelde, de verzadigde mee aan de tafel van het Niets.
De welsprekende, de allesziende, de rijke en de alom verzadigde gooiden zich vanuit de klokkentoren van de allesomvattende Westerse kathedraal in de diepte om eindelijk hun kwaadaardig genot in de hel van de armen van geest te vieren.