De luchtledigheid van de economische waarde

De luchtledigheid van de economische waarde

Katern : Dubbele fout dwz
1° ∆ Vt+1 > ∆ Vt+2
2° V0= ∑Vn

Bepaling van de economische waarde : P= beursprijs en/of opbrengstwaarde
P0 = V0/n
V0 =  ∑(0-tn) E(O)/I
V0 = economisch is dit de waarde of de prijs van een goed of dienst maar ontologisch is dit gerelateerd tot het erzijn in tijdelijkheid

∑E(O) = verwachte netto-opbrengsten of nuttigheden of de gederfde onnuttigheden over een bepaalde tijd.
n = aantal aandelen

I = is een vergoeding voor het gederfd genot en de overbrugging van tijd waarbij
-1° droombeeld van de economisten : hun stelling impliceert dat er de “zekerheid’” is dat er een effectief genot is in de toekomst
-2° droombeeld van de economisten : dat d.m.v van geld sowieso een genot ontstaat
I = i rf + ῥ+ R
De intrest (I) wordt bepaald door de risico vrije intrestvoet i rf plus de verwachte inflatie (P) plus het geraamd risico van de existentie in de tijd (R).

irf geldt als compensatie van het gederfd genot , dit heeft echter geen basis want indien men over zulke hoeveelheid geld kan beschikken dat men het kan uitlenen impliceert dit, dat men het initieel niet meer kan consumeren of gebruiken en dat het intrinsiek geen nuttigheid of gebruikswaarde meer heeft en er ook geen gederfd genot kan uit voortvloeien – anderzijds is het merendeel van het geld niet meer gebaseerd op chartaal maar op giraal geld d.w.z. een fictief gecreëerd ruilmiddel dat hoegenaamd geen existentie of grondvoorwaarde heeft en dus geen gederfd nut.
Hoe hoger de graad van arteficialiteit van het geld hoe hoger de absolute inwisselbaarheid en de absurditeit van de te ruilen voorwerpen. Volgens de niet-doorgedachte economisten zou een toename van giraal geld een recht evenredige toename geven van de gederfde nuttigheden.Dit geeft blijk van een volledig verlies aan realiteitszin.

ῥ geldt als compensatie voor de verwachte prijsstijgingen, d.w.z. een verdiscontering van een toekomstige gebeurtenis naar het heden of een mogelijkheidsvoorwaarde die de grondvoorwaarde vooruitloopt en een existentie degenereert.

R geldt als het risico verbonden aan de verwachte handeling d.w.z. dat de economisten één van volgende Zijnstoestanden in verdiscontering willen brengen ofwel hun angst voor de tijdelijkheid,zijnde het einde van de handeling of haar mortaliteit ofwel hun angst om te beginnen of van haar nataliteit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *