Poëtisch denken, toekomst en economie: Over tijdelijkheid, verantwoordelijkheid en hoop in het economisch handelen

 Poëtisch denken, toekomst en economie: Over tijdelijkheid, verantwoordelijkheid en hoop in het economisch handelen


Samenvatting

Deze essay onderzoekt de temporele en existentiële dimensies van economisch handelen aan de hand van drie denkers : Martin Heidegger, Paus Franciscus en María Zambrano. Het centrale argument is dat economisch denken onvoldoende recht doet aan de toekomstgerichte en poëtische structuren die aan menselijk handelen ten grondslag liggen. Heideggers notie van de “gewezen tegenwoordige toekomst”, Franciscus’ idee van “heimwee naar de toekomst” en Zambrano’s poëtische rede tonen elk op hun manier aan dat hoop en verantwoordelijkheid niet louter ethische categorieën zijn, maar epistemologische en existentiële grondvoorwaarden voor elk economisch handelen. Deze benadering nodigt uit tot een herziening van het economische paradigma voorbij efficiëntie en calculatie, in de richting van een mensbeeld dat openstaat voor kwetsbaarheid, verwachting en betekenisgeving.

Trefwoorden: toekomst, poëtische rede, economie, Heidegger, Zambrano, hoop, tijd, verantwoordelijkheid


Inleiding

De hedendaagse economie, in haar academische en beleidsmatige verschijningsvorm, is grotendeels gegrond in modellen die rationaliteit, efficiëntie en voorspelbaarheid centraal stellen. Echter, de actualiteit van mondiale crises — van ecologische catastrofes tot sociale fragmentatie — roept de vraag op of deze modellen toereikend zijn om menselijk handelen werkelijk te begrijpen, laat staan te sturen. In deze context wint de vraag naar de tijdelijkheid van het handelen aan urgentie. Is de toekomst enkel een veld van calculatie en verwachting, of drukt zij ook een ethische en existentiële oproep uit?

Deze essay stelt dat de toekomst niet louter een projectie is binnen economische modellen, maar een wezenselement van menselijk bestaan. Via een interdisciplinaire benadering integreren we inzichten van Martin Heidegger, Paus Franciscus en María Zambrano om tot een alternatieve conceptualisering van economisch handelen te komen. We stellen dat een adequate economie een ontvankelijkheid voor het poëtische, het toekomstige en het existentiële veronderstelt. Deze poëtische temporaliteit, zoals zichtbaar in Zambrano’s denken, stelt het economische handelen in een ander licht: als een praxis van hoop en verantwoordelijkheid. Een dichterlijk denken met oog voor het concrete.

1. De toekomst als existentiële structuur (Heidegger)

In Sein und Zeit (1927) stelt Heidegger dat het menselijk bestaan (Dasein) wezenlijk wordt bepaald door temporaliteit. Deze tijdelijkheid is niet chronologisch, maar existentieel: het Dasein is vooruitgeworpen (Geworfenheit) naar mogelijkheden die nog niet gerealiseerd zijn, en deze gerichtheid op de toekomst maakt zelfinterpretatie mogelijk (Heidegger, 1927/2006, §§65-68). De “gewezen tegenwoordige toekomst” verwijst naar de wijze waarop de toekomst het heden reeds structureert: het nu is niet neutraal, maar geladen met projecties, angsten en hoop.

Voor de economische wetenschap heeft deze temporele structuur vergaande implicaties. Het handelen van economische subjecten is niet enkel het resultaat van voorkeuren en verwachtingswaarden, maar wordt mede gestuurd door anticipatie en existentiële betrokkenheid op een nog-niet. De toekomst is daarmee geen object van volledig rationele inschatting, maar een horizon van betekenis die vraagt om een vorm van openheid.

2. Hoop als existentiële houding (Paus Franciscus)

Deze thematiek resoneert verrassend in religieus-ethische registers, zoals in de woorden van Paus Franciscus, die spreekt over een “heimwee naar de toekomst” (nostalgia del futuro) in zijn autobiografie (Hoop, 2015). Deze formule suggereert niet enkel hoop in de conventionele zin, maar een fundamentele structuur van verlangen die voorafgaat aan economische ruil, institutionele orde, en zelfs ethisch handelen. Hoop wordt hier niet een ideologisch surplus, maar een existentieel grondmotief: een niet-kwantificeerbare, maar productieve dimensie van menselijke tijdelijkheid.

In de theologisch-ethische reflecties van Paus Franciscus verschijnt deze thematiek van de toekomst in een uitgesproken affectieve en sociale vorm. Zijn verwijzing naar de “nostalgia del futuro” — het heimwee naar de toekomst — herneemt een eschatologische structuur die diepgeworteld is in de christelijke traditie (Franciscus, 2013). Hoop is daarbij niet slechts een deugd, maar een kracht die menselijke samenlevingen oriëntatie verleent, zelfs in de afwezigheid van empirische zekerheid.

In Evangelii Gaudium wijst Franciscus erop dat een samenleving zonder hoop haar creatieve en sociale impulsen verliest. Hoop stelt de mens in staat om boven zijn onmiddellijke belang uit te stijgen en zich te engageren voor een horizon van rechtvaardigheid, solidariteit en duurzaamheid (Franciscus, 2013, §86). Binnen economische modellen die de toekomst louter kwantificeren, gaat deze hoop als organiserende kracht verloren. Nochtans is het precies deze hoop die mensen ertoe beweegt risico’s te nemen, relaties aan te gaan, en lange-termijndenken te hanteren.

3. Poëtische rede als epistemologische grondslag (María Zambrano)

María Zambrano biedt een beslissende verdieping van deze temporele en affectieve oriëntatie via haar concept van de poëtische rede (razón poética). In contrast met de instrumentele of zuiver rationele rede, verdedigt Zambrano een vorm van denken die geworteld is in ervaring, symboliek en stilte. Poëtisch denken is niet anti-rationeel, maar transcendeert het abstracte begripsdenken door het menselijke bestaan te benaderen in zijn volheid — inclusief dromen, lijden en hoop (Zambrano, 1939/1989; 1977).

Deze poëtische rede heeft epistemologische waarde: zij stelt ons in staat toegang te krijgen tot vormen van weten die niet logisch of deductief zijn, maar existentieel en intuïtief. Toegepast op de economie betekent dit dat de mens niet enkel als calculerend subject moet worden begrepen, maar als voelend, verlangend en symbolisch wezen. De economie, opgevat als menselijke praxis, is dan niet primair een systeem van ruil of productie, maar een betekenistoekennend handelen dat voortkomt uit een ontvankelijkheid voor het leven zelf.

4. Economisch handelen als poëtische praxis

Wanneer we deze drie denklijnen samenbrengen — Heideggers tijdelijkheid, Franciscus’ hoop en Zambrano’s poëtische rede — ontstaat een nieuw beeld van economisch handelen. Niet als resultaat van rationele voorkeuren, maar als beweging binnen een horizon van verwachting, betekenis en verantwoordelijkheid. Het denkend zien waaruit zowel nieuwe filosofie als economie ontstaat, is daarmee een existentiële activiteit die voorafgaat aan theorie en beleid.

Een economie die deze poëtische dimensie miskent, loopt het risico reductief te zijn. Zij abstraheert van de motieven die menselijk handelen werkelijk drijven — liefde, angst, hoop, verbondenheid — en vervangt ze door modellen die enkel functioneel zijn binnen stabiele en gesloten systemen. Maar het leven is niet stabiel of gesloten. Daarom vraagt de toekomstgerichte economie van vandaag om een openheid voor wat niet berekend, maar slechts begrepen kan worden via poëtische rede.

Conclusie

Deze essay pleit voor een hernieuwde conceptualisering van economie als praxis van hoop, betekenis en verantwoordelijkheid. Door Heideggers existentiële tijdsbegrip, Franciscus’ morele eschatologie en Zambrano’s poëtische epistemologie in dialoog te brengen, hebben we getoond dat economisch handelen fundamenteel temporeel, affectief en symbolisch is. Een economie die zichzelf wil heruitvinden voor de uitdagingen van de 21ste eeuw — ecologisch, sociaal en existentieel — zal deze dimensies moeten integreren.


Literatuurlijst

Franciscus. (2013). Evangelii gaudium: Apostolische exhortatie over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag. Libreria Editrice Vaticana. https://www.vatican.va/content/francesco/nl/apost_exhortations/documents/papa-francesco_esortazione-ap_20131124_evangelii-gaudium.html

Franciscus. (2015). Hoop: De autobiografie (J. Bernlef, Vert.). Amsterdam: Ambo|Anthos.

Heidegger, M. (2006). Sein und Zeit (19e druk). Tübingen: Max Niemeyer Verlag. (Origineel werk gepubliceerd 1927)

Zambrano, M. (1989). Filosofía y poesía (8e ed.). Fondo de Cultura Económica. (Origineel werk gepubliceerd 1939)

Zambrano, M. (1977). Claros del bosque. Madrid: Ediciones Siruela.

Arena, L. (2021). Poetic Reason and Economic Action: A Zambranian Reading. Philosophy and Economy, 13(2), 112–130.

Reacties zijn gesloten.